

Wat zijn kijkwijzers?
Kijkwijzers ondersteunen de verbalen instructie en de demonstratie van de leraar.
Op een kijkwijzer staat een eenvoudige beschrijving van een opdracht of beweging, die een leerling moet uitvoeren. Dit hoeft niet altijd op papier (traditioneel) te zijn, een kijkwijzer kan ook digitaal gebruikt worden (vb. tablet of een projectie in de sporthal).
Op kijkwijzers staan vooral afbeeldingen en figuren, die zijn ter illustratie om alles zo duidelijk mogelijk te maken voor de leerlingen. Een beeld zegt natuurlijk meer dan duizend woorden.
Wat is er belangrijk aan een goede kijkwijzer?
Kijkwijzers moeten duidelijk zijn voor de leerlingen. Als een leerling naar de afbeelding kijkt, moet hij/zij onmiddellijk weten wat hij/zij moet doen.
Het is daarom ook belangrijk dat de kijkwijzer zo aantrekkelijk mogelijk is, om de aandacht van de leerlingen op te eisen.
Belangrijke aandachtspunten op een rij: (Klik hier om de voorbeelden te zien)
-
Korte zinnen of woorden gebruiken (wenken of cues geven de belangrijkste aspecten van de beweging weer)
-
Beknopt en bondig
-
Nauwkeurig
-
Aangepast aan de leerlingen (niveau, leeftijd, ...)
-
-
Geen gekke lettertypes (lettertype mag leuk en origineel zijn, maar het moet leesbaar blijven)
-
Tekening, illustratie, foto (visueel)
-
Accenten en aandachtspunten met pijlen, cirkels, stippellijnen, ...
-
Van links naar rechts en van boven naar onder (zoals een strip)
-
Materiaal, toestellen hebben altijd de juiste vorm en grootte (het moet realistisch blijven)
-
Kleur is belangrijk, zorg voor contrast (het moet aantrekkelijk zijn, lay-out is belangrijk)
-
Tekst is makkelijk (geen vakjargon of afkortingen: alles moet duidelijk blijven voor de leerlingen)
-
Plastificeren voor een verzorgd eindresultaat (optioneel)
Welke verschillende soorten kijkwijzers bestaan er?
Standenwerk (zelfstandigheid leerlingen)
Kijkwijzers worden vaak gebruikt om leerling gestuurd te werken.
Je maakt verschillende standen/eilanden en plaatst bij elke stand een kijkwijzer.
De leerlingen moeten van de kijkwijzer kunnen opmaken wat ze bij elke stand moeten doen.
Ter ondersteuning van de les
Bij moeilijkere lesonderwerpen kunnen ook kijkwijzers gebruikt worden.
Zo kan je kijkwijzers voorzien voor de zwakkere leerlingen, maar ook kijkwijzers met een uitbreidingsoefening voor de sterkere leerlingen.
Op die manier kan iedereen op zijn eigen niveau en tempo werken.
Materiaalopstelling
De leerkracht kan kijkwijzers maken, waarop de materiaalopstelling van de zaal staat.
Zo kunnen de leerlingen zelfstandig het materiaal klaarzetten, dat nodig is.
Het materiaal klaarzetten, kunnen ze in groepjes doen. Op die manier stimuleer je het samenwerken en test je hun zelfstandigheid.
Helpersfuncties
In de les LO is het belangrijk dat iedereen zich goed voelt en dat er een veilig klasklimaat heerst.
Elkaar helpen is dus van groot belang.
Leerlingen moeten elkaar kunnen helpen en daarom zijn helpersfuncties ontzettend belangrijk.
Op die kijkwijzer staan de belangrijke aspecten van het helpen. (handen plaatsen, begeleiden,..)
Organisatie
Een kijkwijzer over de organisatie van een spel, kan ervoor zorgen dat iedereen het spel direct snapt. Dit is vooral handig bij grotere/ingewikkeldere spellen.
Je laat de leerlingen neerzitten en je legt het spel uit aan de hand van de kijkwijzer.
Op die manier hoef je niet te roepen, maar kunnen de spelregels rustig uitgelegd worden.
Traditionele en digitale kijkwijzers
Een traditionele kijkwijzer (papieren versie) is de meest voor de hand liggende. Deze zijn gemakkelijk te gebruiken in de les. Let wel dat deze altijd geplastificeerd zijn voor een netjes resultaat, dat lang meegaat. Zo moet niet iedere les dezelfde kijkwijzer afgedrukt worden, dat spaart de leerkracht werk en is beter voor het milieu.
Digitale kijkwijzers (elektronische versie) zijn zeer handig om te gebruiken in de les, als het gaat over een bepaald bewegingsverloop (vb. hoogspringen, lay-up,…). Er kunnen instructievideo’s gezien laten worden. Zo zien de leerlingen, wat er van hen gevraagd wordt. Digitale kijkwijzers kunnen gebruikt worden op een IPad, tablet, laptop of via een projector in de sporthal.
Het nut van kijkwijzers
Een kijkwijzer is een hulpmiddel voor de leerkracht en een didactisch middel voor de leerlingen. Door het gebruik van kijkwijzers, gaat er minder kostbare tijd verloren door het uitleggen van verschillende oefeningen. De kijkwijzers spreken voor zich, wanneer er inductief en leerling gestuurd gewerkt wordt. De leerlingen gaan dan zelfstandig aan de slag.
De leerlingen beschikken in kleine groepjes allemaal over een kijkwijzer of werkfiche met de belangrijke aandachtspunten of spelregels, op die manier moet de leerkracht niet de hele tijd hetzelfde uitleggen. Alles wat er belangrijk is, staat op de kijkwijzer. Wanneer een leerling niet meer goed weet wat hij moet doen, dan kan hij altijd rustig terug gaan kijken op de kijkwijzer. Het voordeel van een digitale kijkwijzer is dat de les aantrekkelijker wordt voor de leerlingen.
Kijkwijzers kunnen verschillende keren afgeprint worden en dus kunnen verschillende groepjes aan de slag gaan met hetzelfde thema. Natuurlijk is het ook heel leuk om in verschillende posten of standen te werken en daarom kan er bij iedere stand een andere kijkwijzer hangen. Zo wordt de variëteit in de les behouden. Wanneer er op die kijkwijzers ook nog eens verschillende mogelijkheden van oefeningen staan, wordt de les nog interessanter. Dan kunnen alle leerlingen op hun eigen niveau en tempo werken. Differentiatie in de lessen lichamelijke opvoeding moet naar gestreefd worden.
Wanneer er met iPads of tablets wordt gewerkt in de sporthal, zijn alle leerlingen een stuk aandachtiger en meer geïnteresseerd in de turnles. Door gebruik te maken van filmpjes van bepaalde bewegingen, zien de leerlingen specifiek wat er van hen verwacht wordt. Een visuele voorstelling spreekt nu immers meer tot de verbeelding.
"Wat zijn de kenmerken van een goede kijkwijzer om te gebruiken in de lessen LO?"
Het is belangrijk bij het maken van een kijkwijzer, dat er voldoende aandacht besteed wordt aan de punten waar opgelet moet worden. Het is dus cruciaal dat men weet wat de aandachtspunten zijn van een bepaalde oefening of beweging. Dan is het ook belangrijk dat er een goede en duidelijke foto of illustratie gevonden wordt van de betreffende oefening of beweging. De aandachtspunten kunnen geplaatst worden op de tekening of foto in tekstballonnen. Zo lijkt het of de foto zelf zegt wat er belangrijk is.
De tekst in de tekstballonnen moet kort en bondig zijn. Het heeft geen zin om moeilijke woorden en vakjargon te gebruiken, als de leerlingen het toch niet gaan snappen. De zinnen, die gebruikt worden, moeten zo kort mogelijk zijn. Korte, krachtige en duidelijke woorden, worden wenken of cues genoemd. Ze geven de belangrijkste aspecten van een beweging aan. Om een beweging nog duidelijker te maken, kan er gebruik gemaakt worden van pijlen of andere lijnen die de aandacht kunnen trekken. Bijvoorbeeld waar het lichaam draait rond een as of waar er met de benen een extra beweging gedaan moet worden.
Het is natuurlijk belangrijk dat de leerlingen aandacht besteden aan de kijkwijzer. Om die aandacht te trekken, is het belangrijk dat de kijkwijzer er aantrekkelijk uitziet.
Om ervoor te zorgen dat de kijkwijzer er dus goed uitziet, moet er kleur gebruikt worden . Dit zorgt onmiddellijk voor de aandacht van de leerlingen. De ontwerper van de kijkwijzer moet natuurlijk wel opletten, dat de kijkwijzer geen kleurboek wordt. De kleur mag er niet voor zorgen dat de beweging onduidelijk wordt. Daarom is het belangrijk om voor contrast te zorgen. De belangrijke dingen moeten naar voren komen en die mogen dus gezet worden in een leuk kleurtje. De achtergrond moet neutraal blijven en blijft dus best in het zwart-wit.
Wanneer leerlingen naar een kijkwijzer kijken, moet er in 1 oogopslag duidelijk zijn wat er nu van hen gevraagd wordt. Leerlingen mogen niet afgeleid worden door te veel onnodige informatie en figuren.
Een kijkwijzer moet dus alle belangrijke informatie beschikken, die de leerlingen nodig hebben om een oefening vlot uit te voeren. De kijkwijzer moet aantrekkelijk zijn. Maar er moet een goede balans zijn tussen aantrekkelijk en duidelijk en aantrekkelijk en onduidelijk. Een kijkwijzer is nog altijd een hulpmiddel en geen kleurboek. Om de levensduur van de kijkwijzer te verlengen, is het ook aan te raden om deze te plastificeren.
De belangrijke kenmerken van een goede kijkwijzer zijn dus: beknopt, nauwkeurig, aangepast aan de leerlingen, aantrekkelijk, contrast, duidelijke foto of afbeelding, geen moeilijke woorden en leesbaar.